Skip to main content

Heeft jouw BV regelmatig een overschot aan winstreserves waarop een belastingclaim in box 2 rust, en wil je hier als Directeur-Grootaandeelhouder efficiënt op anticiperen? Dan is het misschien een optie om je dividend uit te laten keren tegen het huidige tarief van 26,9%, en daarna privé verder te beleggen in box 3. Aan de andere kant, als je vermogen in box 3 hebt waarop de forfaitaire box 3-heffing drukt, dan is het een optie om dit vermogen naar je BV over te brengen. In dit artikel vertellen we je meer over het beleggen van je vermogen binnen box 2 of box 3.

Box 3 om te sparen en beleggen 

In box 3 wordt belasting geheven over je vermogen. Denk hierbij aan spaargeld, beleggingen en een tweede woning. De forfaitaire heffing wordt vastgesteld door de overheid en is gebaseerd op de veronderstelling dat je rendement behaalt op het vermogen in box 3. Het vermogen in box 3 wordt onderverdeeld in drie categorieën: banktegoed, overige bezittingen en schulden. Iedere categorie heeft een andere forfaitaire heffing. 

Door vermogen zoals kapitaal- of agiostorting van BV’s met aanmerkelijk belang onder te brengen verplaats je het van box 3 naar box 2. De BV betaalt dan Vennootschapsbelasting (VPB) over het gerealiseerde rendement, en dit vermogen kun je onder voorwaarden weer onbelast uit de BV halen. De VPB bedraagt in 2023 19% over de eerste €200.000 winst en 25,8% over de rest. Over het nettorendement na VPB betaal je echter nog inkomstenbelasting (IB) in box 2. Dit bedraagt vanaf 2024 24,5% over de eerste €67.000 aan inkomen in box 2, en 31% over de rest. 

Bij een VPB van 19% en een IB van 24,5% komt je belastingdruk op ongeveer 38,8% (19% + 24,5% x 81%). Met hogere inkomens en hogere winsten loopt de belastingdruk op tot maximaal 48,8% (25,8% + 31% x 74,2%). Maar wanneer is deze gecombineerde heffing over het werkelijke rendement in de BV gelijk aan de forfaitaire heffing in box 3? 

Box 2 voor DGA en aandeelhouders

Naast box 3 is ook box 2 relevant voor de DGA of aandeelhouders met aanzienlijk belang (5% of meer van de aandelen); in box 2 wordt belasting geheven over het inkomen als DGA of aandeelhouder met aanzienlijk belang. Het omslagpunt tussen box 3 en box 2 is te berekenen door de forfaitaire heffing in box 3 te delen door de gecombineerde belasting ingeval van beleggen binnen de BV. Beleggen binnen je BV is voordeliger wanneer het werkelijke rendement beneden bovenstaand omslagpunt ligt. Ofwel, als de overige bezittingen uit box 3 een rendement opleveren dat lager is dan het omslagpunt dan is het aantrekkelijker om te beleggen binnen je BV dan in Privé. 

Bij de categorie banktegoeden uit box 3 ligt de forfaitaire heffing een stuk lager. Stel dat in 2024 de heffing zal uitkomen op 0,90%. Dan zal de effectieve belasting in box 3 voor 2024 ongeveer 0,3% bedragen (33% x 0,90%). Met een gecombineerde belastingdruk van 38,8% ligt het omslagpunt op 0,8% (0,3% / 38,8%). Het onderbrengen van privéspaargeld in een BV is niet meer aantrekkelijk, mede door dit omslagpunt en hoger rendement op de categorie banktegoeden. 

Reken jezelf niet rijk

Met de forfaitaire heffing blijft het interessant om overige bezittingen uit box 3 te beleggen in een BV. Zodra er echter een box 3 heffing komt over het werkelijke rendement dan zal dit met de huidige tarieven niet langer voordelig zijn. Het is niet onmogelijk dat de tarieven de komende jaren worden aangepast. Wil je liever je vermogen investeren in goede, kredietwaardige investeringen? Bij Finbrokers zorgen wij voor de beste investeringen op basis van jouw wensen zoals rendement en risico.

Zorg dat je goed geïnformeerd bent over de mogelijkheden van jouw kapitaal. Finbrokers is jouw financieel adviseur. Wij helpen jou bijvoorbeeld met het creëren van het juiste hefboomeffect voor jouw bedrijf, of we zorgen voor de juiste financiering. Neem contact met ons op voor een overzicht van alle mogelijkheden! 

Financiering aanvragen